Arno

Gie & Ik, Toi & Moi!

The show of life begint vijftig jaar geleden, op een lentedag in de jaren zeventig. Danny Willems kijkt in de spiegel van zijn auto en ziet op de achterbank een jongen met lang haar zitten. Hij had hem leren kennen via een gemeenschappelijke vriend. ‘Een speciaal geval, je zal zien. Zo was het ook: de jongen op de achterbank had geen rijbewijs, maar wel branie. Al snel sloten ze vriendschap. Zoals jongens van de kust dat doen: zonder veel woorden. De liefde voor muziek en de hoop op een meeslepend leven bond hen.
Hintjens zong op de achterbank: It’s a Long Way to the Top (If You Wanna Wanna Rock ‘n’ Roll) van AC/DC.
Willems trapte het gaspedaal in. Naast hem, op de passagiersstoel, lag een fototoestel. Het was begonnen.
Onderweg richtte hij de spots op zijn vriend. Hij liet hem schaduwboksen in wit licht. Kneedde het beeld van de zanger. Niet alleen op de bühne: zijn foto’s van de zanger stonden op hoezen en in magazines.
Arno was niet zijn eerste model, maar wel zijn beste. De man die van hem een fotograaf maakte. Niemand fotografeerde zoals Willems, zoals niemand zong zoals Hintjens. Ze jutten elkaar op en katapulteerden elkaar de kosmos in. Altijd in zwart-wit, nooit moe.
Dat ze ouder werden, merkten ze niet eens. Behalve dat hij de zanger nu ook af en toe in kleur vereeuwigde. De kleur van de zwans. Of die van de nostalgie. Vorig jaar zette hij vijf rode neonletters op zijn podium: VIVRE.
In de spiegel van de auto ziet hij nu niemand meer. Eeuwigheid kent geen tijd, maar godzijdank wel een sluitertijd. In zijn kluizen zaten nog ontelbare foto’s van hun reis samen. Bekende, maar ook geheime: de zanger die in een met ijs beslagen camionette door Scandinavië rijdt, op de Bowery in New York, aan de trappen van Montmartre, op een ferry in de Oostzee, onder de Eiffeltoren.
Nooit eerder heeft een fotograaf een rockheld vijftig jaar lang gevolgd: van de dag dat ze nog jongens waren, tijdens die eerste wilde fotosessie in café Tunnel in Blankenberge. Tot de dag dat ze grijs waren: een laatste dode hand, ergens vijfhoog in de Dansaertstraat in Brussel.
The show of life is meer dan een bijzondere tentoonstelling, het is ook een ode aan de vriendschap tussen twee mensen. Gie en Ik, Toi et moi . ‘Danny, we hebben een fantastisch leven hè wieder.’
Leve de mussels, vive les moules!